Idjtihād

 

 

Slotwoord

 

Met het verstrijken van de eeuwen kunnen de goddelijke wetgevingen veranderen. Binnen het tijdsbestek van één eeuw kunnen zelfs verschillende profeten, met uiteenlopende wetten, naar verschillende volkeren worden gezonden – en dat is ook daadwerkelijk gebeurd.

 

Na de komst van de Zegel der Profeten (saw) was er geen behoefte meer aan nieuwe sharia’s, aangezien de grote wetgeving die hij bracht – de universele sharia – in elke eeuw en voor elk volk toereikend was. Wel bleef er – in de details van de voorschriften – tot op zekere hoogte behoefte aan verschillende madhab’s, aangepast aan tijd, plaats en omstandigheden.

 

Zoals kleding met de seizoenen verandert en medicijnen variëren naar gelang de gesteldheid van een persoon, zo veranderen wetgevingen met de eeuwen, en stemmen de sharia-bepalingen zich af op de aard en omstandigheden van volkeren. Het gedetailleerde deel van de sharia is namelijk afgestemd op de toestand van de mensheid – en dient dienovereenkomstig als geneesmiddel.

 

In de tijd van de voorgaande profeten bestonden er grote verschillen tussen de sociaal-maatschappelijke niveaus van mensen. Ze leefden in sociaal opzicht ver van elkaar verwijderd, en gedroegen zich tot op zekere hoogte als een ruwe en onstuimige massa. In hun uitdrukking en ontwikkeling waren zij nog primitief, en stonden zij dicht bij het nomadische leven. In overeenstemming met hun levenshouding verschenen er dan ook verschillende, uiteenlopende goddelijke wetgevingen. Er waren zelfs op één continent, binnen hetzelfde tijdvak, meerdere profeten met verschillende sharīʿa’s.

 

Maar met de komst van de Profeet van het Einde der Tijden (saw) is de mensheid als het ware opgeklommen van een basisschoolniveau naar een voortgezet niveau. Door veel omwentelingen en contacten kwam de mensheid in een toestand waarin zij één enkele leraar kon aanhoren, één enkele boodschap kon ontvangen, en kon leven naar één enkele sharia. Er was daarom geen behoefte meer aan verschillende sharia’s en evenmin aan verschillende leraren.

 

Aangezien de mensheid echter nog niet volledig gelijkgetrokken is in niveau en niet leeft binnen één uniforme maatschappelijke structuur, zijn er verschillende madhahib (islamitische wetscholen) ontstaan. Als de overgrote meerderheid van de mensheid zou leven als leerlingen van één hogeschool – met een gedeelde levensstijl en op gelijke hoogte – dan zou het mogelijk zijn de wetscholen te verenigen. De omstandigheden in de wereld laten een dergelijke ontwikkeling echter nog niet toe, waardoor ook de wetscholen van elkaar blijven verschillen.